Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. betrachten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for betrachten from Dutch to Spanish

betrachten:

betrachten verb (betracht, betrachtte, betrachtten, betracht)

  1. betrachten (proberen)

Conjugations for betrachten:

o.t.t.
  1. betracht
  2. betracht
  3. betracht
  4. betrachten
  5. betrachten
  6. betrachten
o.v.t.
  1. betrachtte
  2. betrachtte
  3. betrachtte
  4. betrachtten
  5. betrachtten
  6. betrachtten
v.t.t.
  1. heb betracht
  2. hebt betracht
  3. heeft betracht
  4. hebben betracht
  5. hebben betracht
  6. hebben betracht
v.v.t.
  1. had betracht
  2. had betracht
  3. had betracht
  4. hadden betracht
  5. hadden betracht
  6. hadden betracht
o.t.t.t.
  1. zal betrachten
  2. zult betrachten
  3. zal betrachten
  4. zullen betrachten
  5. zullen betrachten
  6. zullen betrachten
o.v.t.t.
  1. zou betrachten
  2. zou betrachten
  3. zou betrachten
  4. zouden betrachten
  5. zouden betrachten
  6. zouden betrachten
diversen
  1. betracht!
  2. betracht!
  3. betracht
  4. betrachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for betrachten:

NounRelated TranslationsOther Translations
tratar proberen; trachten
VerbRelated TranslationsOther Translations
intentar betrachten; proberen beproeven; ijveren; pogen; proberen; streven; trachten; uitproberen; van plan zijn; voorhebben
tratar betrachten; proberen aanpakken; aanvatten; behandelen; bejegenen; iets afhandelen; onder behandeling nemen; onderuithalen; pogen; proberen; tekkelen; trachten; verzorgen

Wiktionary Translations for betrachten:


Cross Translation:
FromToVia
betrachten practicar; emplear; aplicar pratiquerTraductions à trier suivant le sens.