Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate bureaus

Translate bureaus from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

bureaus:
- empresas; oficinas; servicios; escritorios; institutos; notarías; secretarías; secretariados; instituciones; mesas de trabajo
bureau:
- escritorio; mesa de trabajo; pupitre; banco de trabajo; administración; mesa de escribir; mesa para escribir; buró; despacho
Wiktionary:
- bureau → escritorio, oficina, despacho
- bureau → oficina, escritorio, pupitre, despacho, archivo

Dutch

Detailed Translations for bureaus from Dutch to Spanish

bureaus:

bureaus [de ~] nomen, plural

de bureaus (bedrijven)
la empresas; la oficinas
- empresas [la ~] nomen
- oficinas [la ~] nomen
de bureaus (kantoren)
la oficinas; el servicios; el escritorios; el institutos; la notarías; la secretarías; el secretariados
- oficinas [la ~] nomen
- servicios [el ~] nomen
- escritorios [el ~] nomen
- institutos [el ~] nomen
- notarías [la ~] nomen
- secretarías [la ~] nomen
- secretariados [el ~] nomen
de bureaus (instituten; diensten)
la instituciones
- instituciones [la ~] nomen
de bureaus (schrijftafels; schrijfbureaus)
la mesas de trabajo
- mesas de trabajo [la ~] nomen

Translation Matrix for bureaus:

Noun	Related Translations	Other Translations
empresas	bedrijven; bureaus
escritorios	bureaus; kantoren	secretaires
instituciones	bureaus; diensten; instituten
institutos	bureaus; kantoren
mesas de trabajo	bureaus; schrijfbureaus; schrijftafels
notarías	bureaus; kantoren
oficinas	bedrijven; bureaus; kantoren	secretariaten
secretariados	bureaus; kantoren	secretariaten
secretarías	bureaus; kantoren	secretariaten
servicios	bureaus; kantoren	WC; closet; plee; toilet

Related Words for "bureaus":

bureau

bureau:

bureau [het ~] nomen

het bureau (schrijftafel; lessenaar; schrijfbureau)
el escritorio; la mesa de trabajo; el pupitre; el banco de trabajo; la administración; la mesa de escribir; la mesa para escribir
- escritorio [el ~] nomen
- mesa de trabajo [la ~] nomen
- pupitre [el ~] nomen
- banco de trabajo [el ~] nomen
- administración [la ~] nomen
- mesa de escribir [la ~] nomen
- mesa para escribir [la ~] nomen
het bureau (bureaumeubel)
el buró; el despacho; el escritorio; la mesa para escribir
- buró [el ~] nomen
- despacho [el ~] nomen
- escritorio [el ~] nomen
- mesa para escribir [la ~] nomen

Translation Matrix for bureau:

Noun	Related Translations	Other Translations
administración	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	administratie; autoriteiten; beheer; bescherming; bestuur; bewaking; controle; directie; gezag; gouvernement; hoede; intendance; kabinet; land; leiding; natie; openbaar gezag; overheid; regering; rentmeesterschap; rijk; rijksbestuur; staat; toediening; toezicht; zeggenschap; zorg
banco de trabajo	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	werkbank; werktafel
buró	bureau; bureaumeubel
despacho	bureau; bureaumeubel	afdoening; afgifte; afhandeling; afwikkeling; bezorging; geleverde; het zenden; leverantie; levering; verzending; zending
escritorio	bureau; bureaumeubel; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	bureaublad
mesa de escribir	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	werktafel
mesa de trabajo	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	werktafel
mesa para escribir	bureau; bureaumeubel; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	werktafel
pupitre	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	lessenaar; schooltafel

Related Words for "bureau":

bureaus, bureautje, bureautjes

Related Definitions for "bureau":

gebouw of kamer met een kantoor daarin¹
- je moet dit melden bij het bureau bevolking¹
schrijftafel met laden eronder¹
- hij maakt zijn huiswerk aan een bureau¹

Wiktionary Translations for bureau:

bureau

noun

een werkmeubel voor administratief- en studiewerk
- bureau → escritorio
een (politie)kantoor
- bureau → oficina; despacho

Cross Translation:

From	To	Via
• bureau	→ oficina	↔ bureau — office
• bureau	→ escritorio	↔ bureau — desk
• bureau	→ oficina	↔ buro — office
• bureau	→ pupitre; escritorio	↔ desk — table for writing and reading
• bureau	→ oficina	↔ office — building or room
• bureau	→ oficina	↔ office — administrative unit
• bureau	→ oficina; despacho; archivo	↔ Büro — Dienststelle oder Geschäftsräumlichkeit, in der verschiedene schriftliche oder verwaltungstechnische Arbeiten erledigt werden
• bureau	→ escritorio	↔ Schreibtisch — Tisch zum Schreiben, meist mit Schubfach zur Aufbewahrung von Schreibmaterialien und Akten
• bureau	→ escritorio; despacho; oficina	↔ bureau — (vieilli) désuet\|fr étoffe de bure.

¹Muiswerk Woordenboek