Noun | Related Translations | Other Translations |
despedir
|
|
afdanken; afschaffen; aftreding; ontslaan; uit de dienst ontslaan
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
arrumbar
|
aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
|
|
desechar
|
aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
|
afdanken; afschaffen; ecarteren; weggooien; wegsmijten
|
despedir
|
aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
|
afdanken; afwijzen; declameren; dwingen ontslag te nemen; ecarteren; hoogdravend praten; opsturen; oreren; posten; sturen; toezenden; uitwuiven; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren
|
echar fuera
|
aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
|
|
enseñarle la puerta a una
|
aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
|
|
ser despedido
|
aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
|
|