Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. dankbaarheid:
  2. dankbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dankbaarheid from Dutch to Spanish

dankbaarheid:

dankbaarheid [de ~ (v)] nomen

  1. de dankbaarheid (erkentelijkheid; danken)
    el agradecimiento; el reconocimiento; la gratitud
  2. de dankbaarheid (erkentelijkheid)
    el agradecimiento; el reconocimiento; el aprecio; la gratitud; la valoración

Translation Matrix for dankbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
agradecimiento dankbaarheid; danken; erkentelijkheid dank; erkentenis
aprecio dankbaarheid; erkentelijkheid achting; erkentenis; raming; respect; schatting; taxatie; waardebepaling; waardering; waardeschatting
gratitud dankbaarheid; danken; erkentelijkheid
reconocimiento dankbaarheid; danken; erkentelijkheid erkenning; erkentenis; exploratie; herkenbaarheid; herkennen; keuren; medische keuring; thuisbrengen; toegeving; verkenning; waarnemen
valoración dankbaarheid; erkentelijkheid becijfering; berekening; calculatie; gissing; inschatting; waarderen

Related Words for "dankbaarheid":


Wiktionary Translations for dankbaarheid:

dankbaarheid
noun
  1. het dankbaar zijn

Cross Translation:
FromToVia
dankbaarheid gratitud gratitude — state of being grateful

dankbaar:

dankbaar adj

  1. dankbaar (erkentelijk)

Translation Matrix for dankbaar:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
agradecido dankbaar; erkentelijk bedankt; op prijs gesteld

Related Words for "dankbaar":


Related Definitions for "dankbaar":

  1. blij met wat je kreeg1
    • ik ben erg dankbaar voor dit cadeau1
  2. wat de moeite waard is, bevredigend is1
    • oude mensen helpen is dankbaar werk1

Wiktionary Translations for dankbaar:

dankbaar
adjective
  1. erkentelijk voor ontvangen hulp
adverb
  1. erkentelijk voor ontvangen hulp

Cross Translation:
FromToVia
dankbaar agradecido grateful — showing gratitude
dankbaar agradecido reconnaissant — Qui a de la reconnaissance, de la gratitude.