Dutch
Detailed Translations for inregelen from Dutch to Spanish
inregelen:
Translation Matrix for inregelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
atonar | afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen | |
poner a tono | afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen | |
regular | afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
poner a tono | op elkaar afstemmen | |
regular | afdoen; afhandelen; afstellen; afstemmen; beslechten; bijstellen; regelen; reguleren; twist uit de weg ruimen; zich voegen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
regular | dikwijls; doorsnee; fatsoenlijk; frequent; gemiddeld; geregeld; goed geordend; matig; medium; meermaals; menigmaal; met regelmaat; met vast ritme; methodisch; middelmatig; min; modaal; netjes; niet al te best; onbeduidend; op vaste tijden; ordentelijk; planmatig; regelmatig; regulier; stelselmatig; systematisch; vaak; veelvuldig; welgeordend; zwak; zwakjes |