Dutch
Detailed Translations for murmeren from Dutch to Spanish
murmeren:
-
murmeren (mompelen; murmelen)
-
murmeren (ontevreden mompelen; morren)
Translation Matrix for murmeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
chapurrear | mompelen; murmelen; murmeren | brabbelen; krompraten |
farfullar | mompelen; murmelen; murmeren | aanmodderen; aanrommelen; aanrotzooien; bazelen; broddelen; er slap bijhangen; frommelen; knoeien; lallen; prutsen; raffelen; rommelen; rotzooien; scharrelen; slap hangen; wauwelen |
gruñir | morren; murmeren; ontevreden mompelen | brommen; foeteren; grauwen; grommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; misnoegen uiten; mopperen; morren; op vuur pruttelen; over iets mopperen; pruttelen; ronken; sakkeren; smoren; snauwen; snorren; stoffen; sudderen; uitbrander geven; zagen; zemelen; zeuren |
regañar | morren; murmeren; ontevreden mompelen | beknorren; berispen; kiften; kijven; krakelen; manen; ruzie maken; ruziën; sakkeren; terechtwijzen; twisten; vermanen; waarschuwen |