Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. onderhanden nemen:


Dutch

Detailed Translations for onderhanden nemen from Dutch to Spanish

onderhanden nemen:

onderhanden nemen verb (neem onderhanden, neemt onderhanden, nam onderhanden, namen onderhanden, onderhanden genomen)

  1. onderhanden nemen (aanpakken)

Conjugations for onderhanden nemen:

o.t.t.
  1. neem onderhanden
  2. neemt onderhanden
  3. neemt onderhanden
  4. nemen onderhanden
  5. nemen onderhanden
  6. nemen onderhanden
o.v.t.
  1. nam onderhanden
  2. nam onderhanden
  3. nam onderhanden
  4. namen onderhanden
  5. namen onderhanden
  6. namen onderhanden
v.t.t.
  1. heb onderhanden genomen
  2. hebt onderhanden genomen
  3. heeft onderhanden genomen
  4. hebben onderhanden genomen
  5. hebben onderhanden genomen
  6. hebben onderhanden genomen
v.v.t.
  1. had onderhanden genomen
  2. had onderhanden genomen
  3. had onderhanden genomen
  4. hadden onderhanden genomen
  5. hadden onderhanden genomen
  6. hadden onderhanden genomen
o.t.t.t.
  1. zal onderhanden nemen
  2. zult onderhanden nemen
  3. zal onderhanden nemen
  4. zullen onderhanden nemen
  5. zullen onderhanden nemen
  6. zullen onderhanden nemen
o.v.t.t.
  1. zou onderhanden nemen
  2. zou onderhanden nemen
  3. zou onderhanden nemen
  4. zouden onderhanden nemen
  5. zouden onderhanden nemen
  6. zouden onderhanden nemen
en verder
  1. ben onderhanden genomen
  2. bent onderhanden genomen
  3. is onderhanden genomen
  4. zijn onderhanden genomen
  5. zijn onderhanden genomen
  6. zijn onderhanden genomen
diversen
  1. neem onderhanden!
  2. neemt onderhanden!
  3. onderhanden genomen
  4. onderhanden nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderhanden nemen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abordar aanpakken; onderhanden nemen aankaarten; aanklampen; aanknopen; aanpakken; aansnijden; aanvatten; aanvoeren; beetgrijpen; beetpakken; entameren; enteren; gesprek aanknopen; grijpen; onderuithalen; op tafel leggen; openen; opperen; opwerpen; starten; te berde brengen; tekkelen; ter sprake brengen; vastklampen; vastpakken
emprender aanpakken; onderhanden nemen aangaan; aanvangen; beginnen; ondernemen; onderuithalen; starten; tekkelen; van start gaan

Related Translations for onderhanden nemen