Dutch
Detailed Translations for ontlasting from Dutch to Spanish
ontlasting:
-
de ontlasting (stoelgang)
la defecación -
de ontlasting (van een last ontdoen)
Translation Matrix for ontlasting:
Noun | Related Translations | Other Translations |
defecación | ontlasting; stoelgang | lediging; spuiïng |
desahogar | ontlasting; van een last ontdoen | |
descargar | ontlasting; van een last ontdoen | afladen; lossen; uitladen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
desahogar | afreageren; luchten; ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; opluchten; vrijstellen | |
descargar | afladen; afschieten; afvuren; dechargeren; downloaden; iets uitladen; lossen; onschuldig verklaren; ontheffen; ontladen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; pasporteren; schieten; schoten lossen; uitladen; vrijpleiten; vrijspreken; vrijstellen; vuren; zuiveren |