Dutch
Detailed Translations for ontstoppen from Dutch to Spanish
ontstoppen:
-
ontstoppen
Conjugations for ontstoppen:
o.t.t.
- ontstop
- ontstopt
- ontstopt
- ontstoppen
- ontstoppen
- ontstoppen
o.v.t.
- ontstopte
- ontstopte
- ontstopte
- ontstopten
- ontstopten
- ontstopten
v.t.t.
- heb ontstopt
- hebt ontstopt
- heeft ontstopt
- hebben ontstopt
- hebben ontstopt
- hebben ontstopt
v.v.t.
- had ontstopt
- had ontstopt
- had ontstopt
- hadden ontstopt
- hadden ontstopt
- hadden ontstopt
o.t.t.t.
- zal ontstoppen
- zult ontstoppen
- zal ontstoppen
- zullen ontstoppen
- zullen ontstoppen
- zullen ontstoppen
o.v.t.t.
- zou ontstoppen
- zou ontstoppen
- zou ontstoppen
- zouden ontstoppen
- zouden ontstoppen
- zouden ontstoppen
en verder
- ben ontstopt
- bent ontstopt
- is ontstopt
- zijn ontstopt
- zijn ontstopt
- zijn ontstopt
diversen
- ontstop!
- ontstopt!
- ontstopt
- ontstoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontstoppen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
desatascar | ontstoppen | |
desatrancar | ontstoppen | |
destapar | ontstoppen | blootleggen; onthullen; ontmaskeren; ontsluiten; opendoen; openen; openmaken; opentrekken |
External Machine Translations: