Dutch
Detailed Translations for opvegen from Dutch to Spanish
opvegen:
-
opvegen
Conjugations for opvegen:
o.t.t.
- veeg op
- veegt op
- veegt op
- vegen op
- vegen op
- vegen op
o.v.t.
- veegde op
- veegde op
- veegde op
- veegden op
- veegden op
- veegden op
v.t.t.
- heb opgeveegd
- hebt opgeveegd
- heeft opgeveegd
- hebben opgeveegd
- hebben opgeveegd
- hebben opgeveegd
v.v.t.
- had opgeveegd
- had opgeveegd
- had opgeveegd
- hadden opgeveegd
- hadden opgeveegd
- hadden opgeveegd
o.t.t.t.
- zal opvegen
- zult opvegen
- zal opvegen
- zullen opvegen
- zullen opvegen
- zullen opvegen
o.v.t.t.
- zou opvegen
- zou opvegen
- zou opvegen
- zouden opvegen
- zouden opvegen
- zouden opvegen
en verder
- is opgeveegd
- zijn opgeveegd
diversen
- veeg op!
- veegt op!
- opgeveegd
- opvegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opvegen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
recoger | inhalen; naar binnen halen; rapen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
barrer | opvegen | afvegen; begeleiden; bezemen; leiden; meevoeren; schoonborstelen; schoonvegen; uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vegen; vlakken; voeren; wegpinken; wegvegen; wissen |
recoger | opvegen | afdekken; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; afplukken; afruimen; bergen; betrappen; bijeen harken; bijeen scharrelen; bijeenrapen; bijeenschrapen; bijeenzamelen; binnen halen; binnenbrengen; binnenhalen; geld in ontvangst nemen; incasseren; inhalen; innen; inzamelen; meenemen; naar binnen halen; oogsten; opbergen; opeenhopen; ophalen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opruimen; opsnappen; plukken; samenpakken; samenrapen; snappen; sparen; vergaren; verzamelen; wegbergen; weghalen; wegnemen |
External Machine Translations: