Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. processie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for processie from Dutch to Spanish

processie:

processie [de ~ (v)] nomen

  1. de processie (staatsie; stoet)
    la procesión; el cortejo; la marcha; el desfile; la multitud; el protocolo; la pompa; el séquito; la comitiva; la ceremonia; la formalidad; la pomposidad; la visita oficial

Translation Matrix for processie:

NounRelated TranslationsOther Translations
ceremonia processie; staatsie; stoet beleefdheidsbetuiging; ceremonie; ceremonieel; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; optocht; plechtige optocht; plechtigheid; plichtpleging; protocol; staatsie; stoet; viering
comitiva processie; staatsie; stoet
cortejo processie; staatsie; stoet
desfile processie; staatsie; stoet defilé; parade
formalidad processie; staatsie; stoet beleefdheidsbetuiging; ceremonie; formaliteit; gedragenheid; hamerstuk; omhaal; optocht; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; protocol; statigheid; stoet; voornaamheid; vormelijkheid
marcha processie; staatsie; stoet actie; beloop; beweging; ceremonie; doorgang; doorloop; doping; gang; gangpad; gebaar; gehaastheid; gezwindheid; haast; haastigheid; heengaan; ijl; lichaamsbeweging; omhaal; opmars; optocht; overijling; passage; pep; pepmiddel; plechtigheid; plichtpleging; protestbijeenkomst; publieke betoging; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; ronde; schielijkheid; snelheid; spoed; stoet; tempo; tournee; vaart; vertrekken; vliegreis; vliegtocht; vlotheid; vlucht; vlugheid; voortgang; wandelsport
multitud processie; staatsie; stoet aardig wat; bende; berg; drom; drukte; groep mensen; grote menigte; hoop; horde; kluit; kudde; massa; menigte; mensenmassa; optocht; schaar; schare; stoet; toeloop; troep; veel mensen
pompa processie; staatsie; stoet branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; gepraal; glans; grootspraak; luister; opschepperij; praal; praalzucht; pracht; pronk; snoeverij; uiterlijk vertoon
pomposidad processie; staatsie; stoet bombast; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; hoogdravendheid; pompeusheid; weidsheid
procesión processie; staatsie; stoet ceremonie; geslachtsgemeenschap; omgang; omhaal; ommegang; plechtigheid; plichtpleging; verkeer
protocolo processie; staatsie; stoet ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; protocol
séquito processie; staatsie; stoet ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; sleep
visita oficial processie; staatsie; stoet ceremonie; officieel bezoek; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; staatsbezoek; staatsiebezoek

Related Words for "processie":


Wiktionary Translations for processie:

processie
noun
  1. religie|nld optocht van geestelijke en andere gelovigen

Cross Translation:
FromToVia
processie procesión Prozession — nach bestimmten Regeln geordneter feierlicher Umzug, meist zu Fuß; oft handelt es sich um ein religiöses Ritual
processie procesión procession — group of people or thing moving along in an orderly manner