Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate schuurtje

Translate schuurtje from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

schuurtje:
- coberticito; cobertizo
schuur:
- barraca; cobertizo; galpón; caseta del perro; casucha; cajón para la sal; granero; chabola
Wiktionary:
- schuur → hórreo, granero, cobertizo, galpón, troje, quiosco, aguaducho, puesto

Dutch

Detailed Translations for schuurtje from Dutch to Spanish

schuurtje:

schuurtje [het ~] nomen

het schuurtje
el coberticito; el cobertizo
- coberticito [el ~] nomen
- cobertizo [el ~] nomen

Translation Matrix for schuurtje:

Noun	Related Translations	Other Translations
coberticito	schuurtje
cobertizo	schuurtje	abri; afdak; afdekkap; bushalte; bushokje; dak; hoed; kap; koepel; luifel; overdekking; overkapping; schuur; wachthuisje

Related Words for "schuurtje":

schuurtjes, schuur

schuurtje form of schuur:

schuur [de ~] nomen

de schuur
la barraca; el cobertizo; el galpón; la caseta del perro; la casucha; el cajón para la sal; el granero; la chabola
- barraca [la ~] nomen
- cobertizo [el ~] nomen
- galpón [el ~] nomen
- caseta del perro [la ~] nomen
- casucha [la ~] nomen
- cajón para la sal [el ~] nomen
- granero [el ~] nomen
- chabola [la ~] nomen

Translation Matrix for schuur:

Noun	Related Translations	Other Translations
barraca	schuur	armoedige woning; barak; bouwkeet; bouwvakkersonderkomen; cabine; dierenverblijfplaats; gelagkamer; hangaar; herdershutje; hok; hulpgebouw; hut; kamertje; kavalje; keet; kleine herdershut; kot; krot; loods; noodgebouw; soepzootje; soldatenkamer
cajón para la sal	schuur
caseta del perro	schuur	hok; hok van een hond; hokje; hondenhok; hut; hutje
casucha	schuur	achterbuurt; armoedige woning; bouwvakkersonderkomen; cabine; gribus; herdershutje; hok; hokje; huisje; hut; hutje; kamertje; keet; kleine herdershut; kot; krottenbuurt; krottenwijk; soepzootje
chabola	schuur	achterbuurt; armoedige woning; bouwvakkersonderkomen; cabine; gribus; hok; hut; hutje; kamertje; keet; kot; krot; krottenbuurt; krottenwijk; krotwoning
cobertizo	schuur	abri; afdak; afdekkap; bushalte; bushokje; dak; hoed; kap; koepel; luifel; overdekking; overkapping; schuurtje; wachthuisje
galpón	schuur
granero	schuur	graanopslag; graanpakhuis; graanschuur; graansilo; graanzolder; korenschuur

Related Words for "schuur":

schuren, schuurtje

Related Definitions for "schuur":

eenvoudig gebouw bij een huis om spullen in op te bergen¹
- de fietsen staan in de schuur¹

Wiktionary Translations for schuur:

Cross Translation:

From	To	Via
• schuur	→ hórreo; granero	↔ Scheune — landwirtschaftliches Gebäude zum Aufbewahren von Gütern, insbesondere von Getreide
• schuur	→ cobertizo; galpón	↔ shed — temporary structure to shelter something
• schuur	→ troje	↔ grange — bâtiment attenant à la ferme destiné à entreposer le foin, la paille et le matériel agricole.
• schuur	→ quiosco; aguaducho	↔ kiosque — urbanisme\|fr siècle\|XVIII Dans l’aménagement des parc et jardin, pavillon pour l’agrément ou la musique, d’inspiration oriental, de structure léger et ouverte et de plan circulaire ou polygonal.
• schuur	→ puesto	↔ échoppe — Petite boutique ordinairement en appentis et adossée contre une muraille.

¹Muiswerk Woordenboek