Dutch
Detailed Translations for slaper from Dutch to Spanish
slaper:
-
de slaper (logé; slaapgast; gast; overnachter)
Translation Matrix for slaper:
Noun | Related Translations | Other Translations |
convidado | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | gast aan tafel |
durmiente | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | dwars liggende onderbalk; dwarsligger |
huésped | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | bewoner; gastheer; huisbewoner; interne; inwonende; inwoner; kostganger; kostgangster; pensiongast; pensiongaste |
invitado | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | gast; gast aan tafel; genodigde; invité |
invitado a dormir | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | |
visita | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | aanloop; bezichtigen; bezichtiging; bezoek; doktersbezoek; huisbezoek; opwachting; treffer; visitatie; visite; ziekenbezoek |
visitante | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
invitado | uitgenodigd |
Related Words for "slaper":
External Machine Translations: