Dutch
Detailed Translations for smoel from Dutch to Spanish
smoel:
Translation Matrix for smoel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
boca | bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel | brutaal zijn; grote mond hebben; mond; monding; tater |
bocaza | bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel | brutaal zijn; flapuit; grote mond hebben; mond; tater |
cara fea | bakkes; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tronie | |
jeta | bakkes; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tronie | lepra; leproosheid; melaatsheid |
mandíbulas | bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel | |
pico | bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel | bergspits; bergtop; brutaal zijn; centrumspits; grote mond hebben; hoogst haalbare; hoogtepunt; mond; piek; snavel; snebben; spits; summum; tater; top; toppunt; tuit; vogelbek |