Noun | Related Translations | Other Translations |
fuerza
|
fermheid; stoerheid
|
aandrift; aandrijving; capaciteit; daadkracht; dapperheid; doortastendheid; dynamiek; energie; esprit; felheid; fermheid; flinkheid; forsheid; fut; gehardheid; gestaaldheid; geweld; heftigheid; hevigheid; intensiteit; koenheid; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; macht; moed; momentum; onversaagdheid; puf; sterkte; stevigheid; stootband; stuwkracht; vermogen; voortstuwing; voortvarendheid; werklust
|
resistencia
|
fermheid; stoerheid
|
afweer; gehardheid; gestaaldheid; illegaliteit; kranigheid; ondergronds verzet; ondergrondse; onwettigheid; oproer; opstand; opstootje; rebellie; rel; taaiheid; tegenstand; tegenwind; uithoudingsvermogen; verdediging; verzet; verzet in oorlogstijd; verzetsbeweging; volksoproer; vuistgevecht; weerstand
|
robustez
|
fermheid; stoerheid
|
betrouwbaarheid; dapperheid; degelijkheid; deugdelijkheid; gehardheid; gestaaldheid; koenheid; kranigheid; moed; onversaagdheid; soliditeit; stevigheid
|
valentía
|
fermheid; stoerheid
|
dapperheid; driestheid; durf; fermheid; gewaagdheid; kloekheid; koenheid; kordaatheid; krachtdadigheid; lef; manhaftigheid; moed; onversaagdheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fuerza
|
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|