Dutch
Detailed Translations for isolator from Dutch to Spanish
isolator:
-
de isolator
-
de isolator (antigeleiding)
Translation Matrix for isolator:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aislador | isolator | |
aisladura | antigeleiding; isolator | afscheiding; afzondering; isolatie; isolering; schifting; verzuring |
aislamiento | antigeleiding; isolator | afscheiding; afzondering; eenzaam gevoel; eenzaamheid; isolatie; isolering; schifting; vereenzaming; verzuring |
separación | antigeleiding; isolator | afkoppelen; afscheiding; afsplitsing; afzondering; beschot; grens; grenslijn; isolatie; isolering; lijn die de grensscheiding aangeeft; schot; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot |