Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. mist:
  2. missen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mist from Dutch to Spanish

mist:

mist [de ~ (m)] nomen

  1. de mist (nevel; waas)
    la niebla; la neblina; la bruma

Translation Matrix for mist:

NounRelated TranslationsOther Translations
bruma mist; nevel; waas heiigheid; waas
neblina mist; nevel; waas heiigheid; waas
niebla mist; nevel; waas heiigheid; waas

Related Words for "mist":

  • mistten

Wiktionary Translations for mist:


Cross Translation:
FromToVia
mist niebla fog — cloud that forms at a low altitude and obscures vision
mist niebla; neblina mist — Water or other liquid finely suspended in air
mist niebla; bruma Nebel — fein verteilte Flüssigkeitströpfchen, fast immer Wassertröpfchen, oder Eisteilchen in der Luft
mist niebla brouillard — métrol|fr vapeur plus ou moins épaisse, et ordinairement froide, qui obscurcir l’air.

mist form of missen:

missen verb (mis, mist, miste, misten, gemist)

  1. missen (vermissen)
  2. missen (iets mislopen; mislopen)

Conjugations for missen:

o.t.t.
  1. mis
  2. mist
  3. mist
  4. missen
  5. missen
  6. missen
o.v.t.
  1. miste
  2. miste
  3. miste
  4. misten
  5. misten
  6. misten
v.t.t.
  1. heb gemist
  2. hebt gemist
  3. heeft gemist
  4. hebben gemist
  5. hebben gemist
  6. hebben gemist
v.v.t.
  1. had gemist
  2. had gemist
  3. had gemist
  4. hadden gemist
  5. hadden gemist
  6. hadden gemist
o.t.t.t.
  1. zal missen
  2. zult missen
  3. zal missen
  4. zullen missen
  5. zullen missen
  6. zullen missen
o.v.t.t.
  1. zou missen
  2. zou missen
  3. zou missen
  4. zouden missen
  5. zouden missen
  6. zouden missen
diversen
  1. mis!
  2. mist!
  3. gemist
  4. missend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for missen:

NounRelated TranslationsOther Translations
desaparecer afsterven; tenietgaan; uitvallen; wegvallen
VerbRelated TranslationsOther Translations
desaparecer missen; vermissen aanrekenen; aanwrijven; achteruitgaan; afnemen; bezwijken; declineren; doodgaan; doorleven; doorstaan; heengaan; iemand iets verwijten; inslapen; kwalijk nemen; minder worden; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verdragen; verduren; verdwijnen; verhuizen; verkassen; verteren; wegvallen
pasar por alto iets mislopen; mislopen; missen achterhouden; over het hoofd zien; overheen springen; overslaan; overspringen; verhelen; verzwijgen; voorbijzien; weglaten
perderse iets mislopen; mislopen; missen afgaan; de weg kwijtraken; erbij inschieten; falen; floppen; in de puree lopen; kwijt raken; kwijtraken; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; teloorgaan; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; verliezen; verloren gaan; wegraken; zoek raken; zoekraken

Related Words for "missen":


Antonyms for "missen":


Related Definitions for "missen":

  1. het niet halen of raken1
    • ik heb de trein gemist1
  2. het niet langer hebben1
    • ik mis mijn portemonnee1
  3. voelen dat hij er niet is1
    • mijn vader is op vakantie, ik mis hem wel1

Wiktionary Translations for missen:

missen
verb
  1. niet raken, niet treffen

Cross Translation:
FromToVia
missen carecer; faltar lack — be without, need, require
missen errar miss — to fail to hit
missen extrañar; echar de menos miss — to feel the absence of someone or something
missen perder miss — to be late for something
missen echar; menos entbehren — K|trans.|gehoben das Nichtvorhandensein einer Person beziehungsweise einer Sache als persönlichen Mangel empfindend erdulden müssen
missen carecer; faltar; perder; haber de menos manquer — (vieilli) faillir, tomber en faute.
missen perder rater — Ne pas partir, en parlant d’une arme à feu. (Sens général).

Related Translations for mist