Dutch

Detailed Translations for stuw from Dutch to Spanish

stuw:

stuw [de ~ (m)] nomen

  1. de stuw (keerdam; stuwdam; waterkering; dam)
    la esclusa de retención; el dique; el dique de cierre

Translation Matrix for stuw:

NounRelated TranslationsOther Translations
dique dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering afsluitdijk; dam; dijk; dok
dique de cierre dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering afsluitdijk; dam; dijk
esclusa de retención dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering

Related Words for "stuw":


Wiktionary Translations for stuw:


Cross Translation:
FromToVia
stuw compuerta; vertedero; aliviadero weir — adjustable dam

stuw form of stuwen:

stuwen verb (stuw, stuwt, stuwde, stuwden, gestuwd)

  1. stuwen (voortstuwen; vooruitduwen)
  2. stuwen (voortstuwen; opstuwen)

Conjugations for stuwen:

o.t.t.
  1. stuw
  2. stuwt
  3. stuwt
  4. stuwen
  5. stuwen
  6. stuwen
o.v.t.
  1. stuwde
  2. stuwde
  3. stuwde
  4. stuwden
  5. stuwden
  6. stuwden
v.t.t.
  1. heb gestuwd
  2. hebt gestuwd
  3. heeft gestuwd
  4. hebben gestuwd
  5. hebben gestuwd
  6. hebben gestuwd
v.v.t.
  1. had gestuwd
  2. had gestuwd
  3. had gestuwd
  4. hadden gestuwd
  5. hadden gestuwd
  6. hadden gestuwd
o.t.t.t.
  1. zal stuwen
  2. zult stuwen
  3. zal stuwen
  4. zullen stuwen
  5. zullen stuwen
  6. zullen stuwen
o.v.t.t.
  1. zou stuwen
  2. zou stuwen
  3. zou stuwen
  4. zouden stuwen
  5. zouden stuwen
  6. zouden stuwen
en verder
  1. ben gestuwd
  2. bent gestuwd
  3. is gestuwd
  4. zijn gestuwd
  5. zijn gestuwd
  6. zijn gestuwd
diversen
  1. stuw!
  2. stuwt!
  3. gestuwd
  4. stuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stuwen:

NounRelated TranslationsOther Translations
estibar verstouwing
impulsar aandrijven; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanzetten; prikkel; stimuleren; voortstuwen
propulsar aandrijven; aanjagen; voortstuwen
VerbRelated TranslationsOther Translations
estibar opstuwen; stuwen; voortstuwen duwen; opladen elektriciteit; opnieuw laden; stouwen; voortbewegen; voortduwen; vooruitduwen
impulsar stuwen; voortstuwen; vooruitduwen aandrijven; aanslingeren; aansporen; aanzetten; aanzwengelen; jachten; opdrijven; ophitsen; opjagen; opkrikken; opwekken; opzwepen; prikkelen; sterk prikkelen; stimuleren; voortjagen; vooruitschoppen
propulsar opstuwen; stuwen; voortstuwen; vooruitduwen voortbewegen

Related Words for "stuwen":


Wiktionary Translations for stuwen:


Cross Translation:
FromToVia
stuwen conducir treiben — dazu zwingen, sich in eine bestimmte Richtung zu bewegen
stuwen estibar arrimer — marine|fr distribuer, arranger convenablement et placer avec solidité à l’intérieur d’un bâtiment les divers objets qui composer sa charge, sa cargaison.
stuwen privar el paso; interceptar; obstruir barrerfermer avec une barre par-derrière.