Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vastschroeven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vastschroeven from Dutch to Spanish

vastschroeven:

vastschroeven verb (schroef vast, schroeft vast, schroefte vast, schroeften vast, vastgeschroefd)

  1. vastschroeven (dichtschroeven)

Conjugations for vastschroeven:

o.t.t.
  1. schroef vast
  2. schroeft vast
  3. schroeft vast
  4. schroeven vast
  5. schroeven vast
  6. schroeven vast
o.v.t.
  1. schroefte vast
  2. schroefte vast
  3. schroefte vast
  4. schroeften vast
  5. schroeften vast
  6. schroeften vast
v.t.t.
  1. heb vastgeschroefd
  2. hebt vastgeschroefd
  3. heeft vastgeschroefd
  4. hebben vastgeschroefd
  5. hebben vastgeschroefd
  6. hebben vastgeschroefd
v.v.t.
  1. had vastgeschroefd
  2. had vastgeschroefd
  3. had vastgeschroefd
  4. hadden vastgeschroefd
  5. hadden vastgeschroefd
  6. hadden vastgeschroefd
o.t.t.t.
  1. zal vastschroeven
  2. zult vastschroeven
  3. zal vastschroeven
  4. zullen vastschroeven
  5. zullen vastschroeven
  6. zullen vastschroeven
o.v.t.t.
  1. zou vastschroeven
  2. zou vastschroeven
  3. zou vastschroeven
  4. zouden vastschroeven
  5. zouden vastschroeven
  6. zouden vastschroeven
en verder
  1. ben vastgeschroefd
  2. bent vastgeschroefd
  3. is vastgeschroefd
  4. zijn vastgeschroefd
  5. zijn vastgeschroefd
  6. zijn vastgeschroefd
diversen
  1. schroef vast!
  2. schroeft vast!
  3. vastgeschroefd
  4. vastschroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vastschroeven [znw.] nomen

  1. vastschroeven (aanschroeven)
    el apretar; el atornillar
  2. vastschroeven (dichtschroeven)
    el atornillar

Translation Matrix for vastschroeven:

NounRelated TranslationsOther Translations
apretar aanschroeven; vastschroeven afklemmen; afknijpen
atornillar aanschroeven; dichtschroeven; vastschroeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
apretar aandrukken; afklemmen; afknellen; afknijpen; bedenken; comprimeren; drukken; fantaseren; indrukken; induwen; ineen duwen; knellen; met gespannen voorwerp omsluiten; nijpen; omspannen; overspannen; persen; proppen; samenballen; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; uitdenken; vastdrukken; vastknijpen; verdichten; verzinnen; voorwenden
atornillar aanschroeven; dichtschroeven; vastschroeven aandraaien; door draaien vastmaken; indraaien; inschroeven; schroeven; vastdraaien
enroscar aanschroeven; dichtschroeven; vastschroeven aandraaien; door draaien vastmaken; in elkaar rollen; ineendraaien; ineenrollen; schroeven; vastdraaien

Wiktionary Translations for vastschroeven:


Cross Translation:
FromToVia
vastschroeven atornillar; afianzar con tornillos; enroscar anschraubentransitiv: etwas mit einer Schraube befestigen oder zusammensetzen