Dutch
Detailed Translations for vernis from Dutch to Spanish
vernis:
-
de vernis (laklaag; lak)
la capa de laca -
de vernis
Translation Matrix for vernis:
Noun | Related Translations | Other Translations |
barniz | vernis | einde; eindpunt; eindstreep; fineer; finish; finishlijn; glanslak; glansverf; heiigheid; lakverf; meet; waas |
capa de laca | lak; laklaag; vernis |
vernis form of vernissen:
-
vernissen (lakken)
Conjugations for vernissen:
o.t.t.
- vernis
- vernist
- vernist
- vernissen
- vernissen
- vernissen
o.v.t.
- verniste
- verniste
- verniste
- vernisten
- vernisten
- vernisten
v.t.t.
- heb vernist
- hebt vernist
- heeft vernist
- hebben vernist
- hebben vernist
- hebben vernist
v.v.t.
- had vernist
- had vernist
- had vernist
- hadden vernist
- hadden vernist
- hadden vernist
o.t.t.t.
- zal vernissen
- zult vernissen
- zal vernissen
- zullen vernissen
- zullen vernissen
- zullen vernissen
o.v.t.t.
- zou vernissen
- zou vernissen
- zou vernissen
- zouden vernissen
- zouden vernissen
- zouden vernissen
diversen
- vernis!
- vernist!
- vernist
- vernissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vernissen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
barnizar | lakken; vernissen | |
pintar con laca | lakken; vernissen |
Spanish
Detailed Translations for vernis from Spanish to Dutch
vernis: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ver: zien; kijken; onderscheiden; bekijken; opmerken; staren; aanschouwen; turen; ontwaren; waarnemen; observeren; horen; voelen; signaleren; gewaarworden; aankijken; gadeslaan; toeschouwen; in de ogen kijken; merken; certificeren; bekrachtigen; bestempelen; waarmerken; weergeven
- NIS: NIS; Network Information Service