Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: diaken

Dutch and Spanish Search Results for: diaken

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

diaken:
- enfermero; auxiliar de clínica; camillero
Wiktionary:
- diaken → diácono
- diaken → diácono

Dutch

Detailed Translations for diaken from Dutch to Spanish

diaken:

diaken [de ~ (m)] nomen

de diaken (verpleger; hulp; ziekenoppasser; ziekenbroeder; broeder)
el enfermero; el auxiliar de clínica; el camillero
- enfermero [el ~] nomen
- auxiliar de clínica [el ~] nomen
- camillero [el ~] nomen

Translation Matrix for diaken:

Noun	Related Translations	Other Translations
auxiliar de clínica	broeder; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser
camillero	broeder; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser
enfermero	broeder; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser	verpleegkundige; ziekenbroeder; ziekenverpleger

Related Words for "diaken":

diakenen, diakens

Wiktionary Translations for diaken:

diaken

noun

(rooms-katholieke kerk): geestelijke gerangschikt direct onder een priester, die een priester helpt bij kerkdiensten
- diaken → diácono

Cross Translation:

From	To	Via
• diaken	→ diácono	↔ deacon — A designated minister of charity in the early Church
• diaken	→ diácono	↔ deacon — A clergyman ranked directly below a priest