Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. doelpunt:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doelpunt from Dutch to Spanish

doelpunt:

doelpunt [het ~] nomen

  1. het doelpunt (goal; treffer)
    el gol
    • gol [el ~] nomen

Translation Matrix for doelpunt:

NounRelated TranslationsOther Translations
gol doelpunt; goal; treffer doel; doel bij voetbalwedstrijd; doeleinde; doelschijf; doelwit; gelukje; goal; intentie; inzet; moedwil; oogmerk; streven; successtuk; toeleg; voornemen

Related Words for "doelpunt":

  • doelpunten

Wiktionary Translations for doelpunt:

doelpunt
noun
  1. sport|nld punt dat men bij spelen, met name voetbal, behaalt, wanneer de bal of een ander voorwerp waarmee gespeeld wordt, door het doelvlak van de tegenstander gaat
    • doelpuntgol

Cross Translation:
FromToVia
doelpunt gol goal — (sport) act of placing the object into the goal
doelpunt punto point — unit of scoring in a game or competition