Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: hij

Dutch and Spanish Search Results for: hij

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

hij:
- él
Wiktionary:
- hij → él
- hij → él, ella, ello, eso, lo

Dutch

Detailed Translations for hij from Dutch to Spanish

hij:

hij

hij

– derde persoon enkelvoud, mannelijk onderwerp ¹
él
- él

Translation Matrix for hij:

Pronoun	Related Translations	Other Translations
él	hij

Related Definitions for "hij":

derde persoon enkelvoud, mannelijk onderwerp¹
- dat is mijn vader, hij heet Jan¹

Wiktionary Translations for hij:

hij

pronoun

Nominatief mannelijk derde persoon enkelvoud nv.nom
- hij → él

Cross Translation:

From	To	Via
• hij	→ él	↔ he — personal pronoun "he"
• hij	→ ella; él; ello; eso; lo	↔ it — subject — inanimate thing
• hij	→ él	↔ il — Personne, animal ou chose

Related Translations for hij

hij die ontvangt

¹Muiswerk Woordenboek