Dutch
Detailed Translations for overslaan from Dutch to Spanish
overslaan:
-
overslaan
-
overslaan
Conjugations for overslaan:
o.t.t.
- sla over
- slaat over
- slaat over
- slaan over
- slaan over
- slaan over
o.v.t.
- sloeg over
- sloeg over
- sloeg over
- sloegen over
- sloegen over
- sloegen over
v.t.t.
- heb overgeslagen
- hebt overgeslagen
- heeft overgeslagen
- hebben overgeslagen
- hebben overgeslagen
- hebben overgeslagen
v.v.t.
- had overgeslagen
- had overgeslagen
- had overgeslagen
- hadden overgeslagen
- hadden overgeslagen
- hadden overgeslagen
o.t.t.t.
- zal overslaan
- zult overslaan
- zal overslaan
- zullen overslaan
- zullen overslaan
- zullen overslaan
o.v.t.t.
- zou overslaan
- zou overslaan
- zou overslaan
- zouden overslaan
- zouden overslaan
- zouden overslaan
en verder
- ben overgeslagen
- bent overgeslagen
- is overgeslagen
- zijn overgeslagen
- zijn overgeslagen
- zijn overgeslagen
diversen
- sla over!
- slaat over!
- overgeslagen
- overslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overslaan:
Verb | Related Translations | Other Translations |
omitir | overslaan | verzaken; verzuimen |
pasar por alto | overslaan | achterhouden; iets mislopen; mislopen; missen; over het hoofd zien; overheen springen; overspringen; verhelen; verzwijgen; voorbijzien; weglaten |
External Machine Translations: