Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: aanwezigheid

Dutch and Spanish Search Results for: aanwezigheid

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

aanwezigheid:
- presencia; asistencia
aanwezig:
- presente; ¡presente!; disponible; en almacén; en existencia
Wiktionary:
- aanwezigheid → presencia
- aanwezigheid → presencia
- aanwezig → presente
- aanwezig → presente, actual

Dutch

Detailed Translations for aanwezigheid from Dutch to Spanish

aanwezigheid:

aanwezigheid [de ~ (v)] nomen

de aanwezigheid (bijzijn; tegenwoordigheid)
la presencia
- presencia [la ~] nomen
de aanwezigheid (presentie)
la presencia; la asistencia
- presencia [la ~] nomen
- asistencia [la ~] nomen

Translation Matrix for aanwezigheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
asistencia	aanwezigheid; presentie	assistentie; bediening; bijstand; coöperatie; dienaar; dienstbetoon; dienstknecht; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; knecht; leniging; maatschappelijke hulpverlening; medewerking; ondersteuning; poetsvrouw; schoonmaakster; service; sociale bijstand; steun; support; uitserveren; verschaffing; verzorging; voorziening; werkeloosheidsuitkering; werkster; zorg
presencia	aanwezigheid; bijzijn; presentie; tegenwoordigheid

Related Words for "aanwezigheid":

aanwezigheden, aanwezig

Wiktionary Translations for aanwezigheid:

aanwezigheid

noun

het aanwezig zijn op een bepaald tijdstip en plaats
- aanwezigheid → presencia

Cross Translation:

From	To	Via
• aanwezigheid	→ presencia	↔ presence — fact or condition of being present
• aanwezigheid	→ presencia	↔ présence — existence d’une personne dans un lieu donner.

aanwezig:

aanwezig adj

aanwezig (present!; tegenwoordig)
presente; ¡presente!
- presente adj
- ¡presente! adj
aanwezig (voorradig; in voorraad; voorhanden; op voorraad)
disponible; en almacén; en existencia
- disponible adj
- en almacén adj
- en existencia adj

Translation Matrix for aanwezig:

Noun	Related Translations	Other Translations
presente		aanwezige; figurant; figurante; heden; vandaag
Adjective	Related Translations	Other Translations
disponible	aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig	beschikbaar; beschikbare; disponibel; oproepbaar; vacant
-	present
Modifier	Related Translations	Other Translations
en almacén	aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig	leverbaar; op voorraad; verkrijgbaar
en existencia	aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig	beschikbare; bestaande
presente	aanwezig; present!; tegenwoordig	beschikbare; eigentijds; hedendaags; hedendaagse; modern; onderhavig; voorliggend
¡presente!	aanwezig; present!; tegenwoordig

Related Words for "aanwezig":

aanwezigheid, aanwezige

Synonyms for "aanwezig":

present

Antonyms for "aanwezig":

absent; weg

Related Definitions for "aanwezig":

wie ergens is¹
- alle leerlingen waren aanwezig vandaag¹

Wiktionary Translations for aanwezig:

aanwezig

adjective

tegenwoordig zijn, er zijn (van mensen)
- aanwezig → presente

Cross Translation:

From	To	Via
• aanwezig	→ presente	↔ present — in the immediate vicinity
• aanwezig	→ presente; actual	↔ présent — Là où l’on est

External Machine Translations:

Related Translations for aanwezigheid

in aanwezigheid van

¹Muiswerk Woordenboek