Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. manspersoon:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for manspersoon from Dutch to Spanish

manspersoon:

manspersoon [de ~ (m)] nomen

  1. de manspersoon (man; vent; kerel)
    el hombre; el tío; el marido; el ser humano

Translation Matrix for manspersoon:

NounRelated TranslationsOther Translations
hombre kerel; man; manspersoon; vent gast; goser; gozer; heer; heerschap; heerser; iemand; individu; kerel; knakker; knul; machthebber; man; mens; mensenkind; persoon; soeverein; sterveling; sujet; vent; wezen
marido kerel; man; manspersoon; vent echtgenoot; eega; gade; levensgezel; levenspartner; man; partner
ser humano kerel; man; manspersoon; vent iemand; individu; mens; menselijk wezen; mensenkind; persoon; sterveling; wezen
tío kerel; man; manspersoon; vent figuur; gast; goser; gozer; individu; kerel; knakker; knul; lid; lul; man; oom; penis; piemel; pik; roede; snuiter; type; vent

Related Words for "manspersoon":

  • manspersonen

Wiktionary Translations for manspersoon:

manspersoon
noun
  1. een persoon van het mannelijk geslacht, man

Cross Translation:
FromToVia
manspersoon hombre; varón; macho mâlehomme dans l’espèce humaine.