Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. zitbank:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zitbank from Dutch to Spanish

zitbank:

zitbank [de ~] nomen

  1. de zitbank (bank; canapé)
    el sofá; el canapé
  2. de zitbank (zitplaats; bank)
    la sesión; el asiento; la silla; el sillón; el banco; la butaca; la plaza

Translation Matrix for zitbank:

NounRelated TranslationsOther Translations
asiento bank; zitbank; zitplaats bezinksel; bijeenkomst; boeking; boekstuk; bril; crapaud; dik; drab; droesem; fauteuil; gestoelte; grondsop; inschrijving; locatie; luie stoel; makkelijke stoel; manifestatie; moer; plaats; plek; samenkomst; stoel; troon; vergadering; zetel; zetsel; zitplaats; zitting
banco bank; zitbank; zitplaats bank; bankgebouw; bekeuring; boete; bon; divan; werkbank
butaca bank; zitbank; zitplaats crapaud; fauteuil; gestoelte; ligstoel; luie stoel; makkelijke stoel; ruststoel; slaapstoel; stoel; zetel
canapé bank; canapé; zitbank bedbank; divan; geroosterd brood; rustbed; slaapbank; slaapmeubel; toast; toost; toostbrood
plaza bank; zitbank; zitplaats plein; vierkant plein
sesión bank; zitbank; zitplaats Sessie delen; happening; performance; seance; sessie; show; voorbank; voorstelling; zittingsperiode
silla bank; zitbank; zitplaats crapaud; dakstoel; gestoelte; stoel; zadel; zetel
sillón bank; zitbank; zitplaats canapé; crapaud; fauteuil; gestoelte; leunstoel; luie stoel; makkelijke stoel; sofa; stoel; troon; zetel
sofá bank; canapé; zitbank bedbank; canapé; divan; ligbank; rustbank; rustbed; slaapbank; slaapmeubel; sofa

Related Words for "zitbank":


Wiktionary Translations for zitbank:


Cross Translation:
FromToVia
zitbank banco bench — long seat