Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- bevoorraden:
-
Wiktionary:
- bevoorraden → abastecer, aprovisionar, proveer, abastecerse
- bevoorraden → abastecer, proveer
Dutch
Detailed Translations for bevoorraden from Dutch to Spanish
bevoorraden:
-
bevoorraden
Conjugations for bevoorraden:
o.t.t.
- bevoorraad
- bevoorraadt
- bevoorraadt
- bevoorraad
- bevoorraad
- bevoorraad
o.v.t.
- bevoorraadde
- bevoorraadde
- bevoorraadde
- bevoorraadden
- bevoorraadden
- bevoorraadden
v.t.t.
- heb bevoorraad
- hebt bevoorraad
- heeft bevoorraad
- hebben bevoorraad
- hebben bevoorraad
- hebben bevoorraad
v.v.t.
- had bevoorraad
- had bevoorraad
- had bevoorraad
- hadden bevoorraad
- hadden bevoorraad
- hadden bevoorraad
o.t.t.t.
- zal bevoorraden
- zult bevoorraden
- zal bevoorraden
- zullen bevoorraden
- zullen bevoorraden
- zullen bevoorraden
o.v.t.t.
- zou bevoorraden
- zou bevoorraden
- zou bevoorraden
- zouden bevoorraden
- zouden bevoorraden
- zouden bevoorraden
diversen
- bevoorraad!
- bevoorraadt!
- bevoorraad
- bevoorradend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bevoorraden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
abastecer | bevoorraden | |
aprovisionar | bevoorraden | inrichten |
Wiktionary Translations for bevoorraden:
bevoorraden
Cross Translation:
verb
-
voorzien van benodigheden
- bevoorraden → abastecer; aprovisionar; proveer
-
zichzelf van de nodige zaken voorzien
- bevoorraden → abastecerse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bevoorraden | → abastecer; proveer | ↔ munir — garnir, pourvoir de ce qui est nécessaire ou utile en vue de tel ou tel objet. |
• bevoorraden | → abastecer; proveer | ↔ pourvoir — Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général) |
External Machine Translations: