Summary
Dutch
Detailed Translations for begieten from Dutch to Spanish
begieten:
-
begieten (besproeien; water geven)
Conjugations for begieten:
o.t.t.
- begiet
- begiet
- begiet
- begieten
- begieten
- begieten
o.v.t.
- begoot
- begoot
- begoot
- begoten
- begoten
- begoten
v.t.t.
- heb begoten
- hebt begoten
- heeft begoten
- hebben begoten
- hebben begoten
- hebben begoten
v.v.t.
- had begoten
- had begoten
- had begoten
- hadden begoten
- hadden begoten
- hadden begoten
o.t.t.t.
- zal begieten
- zult begieten
- zal begieten
- zullen begieten
- zullen begieten
- zullen begieten
o.v.t.t.
- zou begieten
- zou begieten
- zou begieten
- zouden begieten
- zouden begieten
- zouden begieten
diversen
- begiet!
- begiet!
- begoten
- begietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for begieten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
irrigar | begieten; besproeien; water geven | bevloeien; irrigeren |
regar | begieten; besproeien; water geven | bespatten; bespetteren; besproeien; bespuiten; bevloeien; bevochtigen; gieten; irrigeren; schenken; sproeien; uitstorten |
rociar | begieten; besproeien; water geven | bespatten; bespetteren; besprenkelen; sprenkelen |
Wiktionary Translations for begieten:
begieten
Cross Translation:
verb
-
ergens een vloeistof over gooien
- begieten → regar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• begieten | → regar; aguar | ↔ water — to pour water into the soil surrounding (plants) |
• begieten | → abrevar | ↔ abreuver — faire boire (un animal, particulièrement un cheval). |
• begieten | → regar; abrevar; aguar | ↔ arroser — humecter, mouiller quelque chose en versant de l’eau dessus, ou quelque autre liquide. |