Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: geploeter

Dutch and Spanish Search Results for: geploeter

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

geploeter:
- afán; trajín; trabajo de negros
Wiktionary:
- geploeter → curro

Dutch

Detailed Translations for geploeter from Dutch to Spanish

geploeter:

geploeter [het ~] nomen

het geploeter (gezwoeg)
el afán; el trajín; el trabajo de negros
- afán [el ~] nomen
- trajín [el ~] nomen
- trabajo de negros [el ~] nomen

Translation Matrix for geploeter:

Noun	Related Translations	Other Translations
afán	geploeter; gezwoeg	aandrang; aandrift; ambitie; begeerte; begeren; begerige ijver; drang; drift; eerzucht; gauwigheid; gehaastheid; gezwindheid; graagte; gretigheid; haast; haastigheid; heftig verlangen; hevig verlangen; ijl; impuls; instinct; lust; neiging; noeste vlijt; overijling; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; smachten; snelheid; spoed; tempo; vaart; verlangen; vlotheid; vlugheid; wens; wensen; zucht
trabajo de negros	geploeter; gezwoeg	lijfeigenenwerk; slavenarbeid; slavenwerk
trajín	geploeter; gezwoeg	drukte; gechicaneer; geharrewar; gesleep; gesleur; getob; teveel aan bezigheden

Wiktionary Translations for geploeter:

Cross Translation:

From	To	Via
• geploeter	→ curro	↔ Maloche — besonders mittelwestdeutsch, salopp: körperlich harte, schwere Arbeit