Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: heerschappij

Dutch and Spanish Search Results for: heerschappij

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

heerschappij:
- poder; supremacía; autoridad; dominio; señorío
Wiktionary:
- heerschappij → gobierno, mando, potencia, señoría
- heerschappij → reinado, mando, gobierno, mandato, orden, junta, governamiento, potencia, nación, estado, reino

Dutch

Detailed Translations for heerschappij from Dutch to Spanish

heerschappij:

heerschappij [de ~ (v)] nomen

de heerschappij (autoriteit; gezag; macht)
el poder; la supremacía; la autoridad; el dominio; el señorío
- poder [el ~] nomen
- supremacía [la ~] nomen
- autoridad [la ~] nomen
- dominio [el ~] nomen
- señorío [el ~] nomen

Translation Matrix for heerschappij:

Noun	Related Translations	Other Translations
autoridad	autoriteit; gezag; heerschappij; macht	autoriteit; autoriteiten; bevoegdheid; competentie; force majeure; gezag; gezaghebber; gezaghebbers; gezagsdrager; gezagsorgaan; gouvernement; instantie; invloed; kabinet; kracht; macht; overmacht; regering; vermogen
dominio	autoriteit; gezag; heerschappij; macht	TLD; bedwang; beheersing; bezitting; boedel; district; domein; gebiedsdeel; huisraad; inboedel; invloed; kracht; macht; mate van bekwaamheid; rayon; rayon van een bedrijf; topleveldomein; vermogen
poder	autoriteit; gezag; heerschappij; macht	autorisatie; capaciteit; fiat; geven van volmacht; gezag; gouvernement; kabinet; kracht; lastbrief; lastgeving; licentie; macht; machtiging; machtigingsformulier; mandaat; procuratie; regering; toestemming; vergunning; vermogen; volmacht
señorío	autoriteit; gezag; heerschappij; macht
supremacía	autoriteit; gezag; heerschappij; macht	force majeure; hegemonie; overmacht; suprematie
Verb	Related Translations	Other Translations
poder		iets mogen; mogen
Not Specified	Related Translations	Other Translations
dominio		domein

Related Words for "heerschappij":

heerschappijen

Wiktionary Translations for heerschappij:

heerschappij

noun

geheel der dingen waarover iemands macht zich uitstrekt, waarover hij heerst (bewind uitoefent) en het daarbij horende gezag geniet
- heerschappij → gobierno; mando; potencia; señoría

Cross Translation:

From	To	Via
• heerschappij	→ reinado	↔ reign — The exercise of sovereign power
• heerschappij	→ mando; gobierno; mandato; orden; junta	↔ commandement — À trier
• heerschappij	→ gobierno; governamiento	↔ gouvernement — action, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.
• heerschappij	→ potencia	↔ puissance — pouvoir d’imposer son autorité.
• heerschappij	→ nación; estado; reino; mando; gobierno	↔ règne — exercice du pouvoir souverain dans un état monarchique.
• heerschappij	→ mando; gobierno	↔ tenue — Traductions à trier suivant le sens.

External Machine Translations:

Related Translations for heerschappij