Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- aanstelling:
-
Wiktionary:
- aanstelling → nombramiento
- aanstelling → nombramiento, posición, situación
Dutch
Detailed Translations for aanstelling from Dutch to Spanish
aanstelling:
-
de aanstelling (installatie; benoeming)
Translation Matrix for aanstelling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
colocación | aanstelling; benoeming; installatie | annexatie; inlijving; plaatsing; zetsels; zetten; zetwerk |
designación | aanstelling; benoeming; installatie | taakverschaffing; tewerkstelling; werkverschaffing |
instalación | aanstelling; benoeming; installatie | aanleggen; assemblage; assembleren; beëdiging; faciliteit; installatie; montage; montages; samenstelling; samenvoeging |
nombramiento | aanstelling; benoeming; installatie | nominatie; officiersaanstelling; taakverschaffing; tewerkstelling; voordracht; werkverschaffing |
Wiktionary Translations for aanstelling:
aanstelling
Cross Translation:
noun
-
benoeming.
- aanstelling → nombramiento
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanstelling | → nombramiento | ↔ appointment — act of appointing; designation of a person to hold an office |
• aanstelling | → posición; situación | ↔ position — situation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation. |