Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. geheugen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geheugen from Dutch to Spanish

geheugen:

geheugen [het ~] nomen

  1. het geheugen (herinneringsvermogen; memorie)
    la memoria; el recuerdo; el rápel; la memorias; la retentiva
  2. het geheugen (tijdelijk geheugen)
    la memoria

Translation Matrix for geheugen:

NounRelated TranslationsOther Translations
memoria geheugen; herinneringsvermogen; memorie; tijdelijk geheugen bezigheid; herinnering; heugenis; hobby; memories
memorias geheugen; herinneringsvermogen; memorie gedenkschrift; gedenkschriften; memoires; memories
recuerdo geheugen; herinneringsvermogen; memorie aandenken; gedachtenis; geheugenis; herinnering; heugenis; memorie; nagedachtenis; souvenir
retentiva geheugen; herinneringsvermogen; memorie herinnering; heugenis; memories; terugroep
rápel geheugen; herinneringsvermogen; memorie herinnering; heugenis; terugroep

Related Words for "geheugen":

  • geheugens

Wiktionary Translations for geheugen:

geheugen
noun
  1. het deel van de hersenen waarin herinneringen worden opgeslagen
  2. snel toegankelijke plaats om data op te slaan

Cross Translation:
FromToVia
geheugen memoria memory — ability to recall
geheugen memoria memory — RAM or ROM
geheugen retentiva retention — the act or power of remembering things; memory
geheugen memoria; recuerdo mémoirecapacité à retenir, conserver et rappeler de nombreuses informations antérieures.

Related Translations for geheugen