Noun | Related Translations | Other Translations |
abastecimiento
|
maatregel; schikking; voorziening
|
aanvoer; aflevering; afstaan; bevoorrading; overdracht; toevoer; uitlevering; voorziening
|
aprovisionamiento
|
maatregel; schikking; voorziening
|
aanvoer; bevoorrading; inrichten; leveren; toevoer; verschaffing; voorziening
|
decisión
|
maatregel; schikking; voorziening
|
afkondiging; articulatie; beslissing; beslistheid; decreet; gedecideerdheid; pertinentie; raadsbesluit; standvastigheid; stelligheid; uitspraak; uitvaardiging; vastberadenheid; vastbeslotenheid; vonnisvelling
|
decreto
|
maatregel; schikking; voorziening
|
afkondiging; decreet; uitvaardiging; verordening
|
determinación
|
maatregel; schikking; voorziening
|
afkondiging; bepalen; bepaling; beschikken; beslistheid; decreet; definiëring; determinatie; omschrijving; standvastigheid; uitvaardiging; vastberadenheid; vaststellen; verordenen; voorschrijven
|
fijación
|
maatregel; schikking; voorziening
|
aanhechting; affirmatie; assemblage; assembleren; bevestiging; definiëring; dwangvoorstelling; fixatie; gefixeerdheid; het bevestigen; het vastmaken; idee-fixe; montage; omschrijving; samenstelling; samenvoeging
|
medida
|
maatregel; schikking; voorziening
|
afkondiging; afmeting; decreet; dimensie; formaat; graad; gradatie; grootte; kwantiteit; maat; maateenheid; mate; omvang; uitvaardiging
|
previsión
|
maatregel; schikking; voorziening
|
afwachting; anticiperen; helderziendheid; hoop; prognose; verwachting; vooruitlopen op; vooruitziendheid
|
resolución
|
maatregel; schikking; voorziening
|
afkondiging; antwoord; articulatie; beslechting; beslistheid; decreet; oplossing; pertinentie; resolutie; resolver; stelligheid; uitkomst; uitspraak; uitvaardiging; vastberadenheid
|