Interglot - niveau: Dutch and Spanish Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

niveau:
- nivel; gradación; piso; llano; altura; propósito; estándar; norma; grado; rango; categoría; reputación; respeto; prestigio; nivel de dimensión
Wiktionary:
- niveau → nivel
- niveau → nivel, llanura, planicie, planta, piso, mediocre, sin nivel

Dutch

Detailed Translations for niveau from Dutch to Spanish

niveau:

niveau [het ~] nomen

het niveau (plan; laag; peil; stand)
el nivel; el gradación; el piso; el llano; la altura; el propósito; el estándar; la norma
- nivel [el ~] nomen
- gradación [el ~] nomen
- piso [el ~] nomen
- llano [el ~] nomen
- altura [la ~] nomen
- propósito [el ~] nomen
- estándar [el ~] nomen
- norma [la ~] nomen
het niveau (peil; graad)
el nivel; el grado; el rango; la categoría; el gradación
- nivel [el ~] nomen
- grado [el ~] nomen
- rango [el ~] nomen
- categoría [la ~] nomen
- gradación [el ~] nomen
het niveau (aanzien; achting)
la reputación; el respeto; el prestigio
- reputación [la ~] nomen
- respeto [el ~] nomen
- prestigio [el ~] nomen
het niveau (dimensieniveau)
nivel; nivel de dimensión
- nivel
- nivel de dimensión

Translation Matrix for niveau:

Noun	Related Translations	Other Translations
altura	laag; niveau; peil; plan; stand	hoogte; hoogtelijn; lichaamslengte; niveaulijn; uit de hoogte doen; verhevenheid
categoría	graad; niveau; peil	aantal personen bijeen; aard; afdeling; categorie; classificatie; departement; detachement; gelid; genre; gezelschap; groep; klasse; kleurcategorie; maatschappelijke klasse; onderverdeling; orde; rang; rangorde; sectie; slag; soort; stand; tak; type
estándar	laag; niveau; peil; plan; stand	maatstaf; standaard; toetssteen
gradación	graad; laag; niveau; peil; plan; stand	graad; gradatie; mate
grado	graad; niveau; peil	gehalte; graad; gradatie; klasse; mate; militaire rang; thermometergraad; warmtegraad; wetenschappelijke graad
llano	laag; niveau; peil; plan; stand
nivel	graad; laag; niveau; peil; plan; stand	buil; bult; effenheid; graad; gradatie; kneuswond; kneuzing; letsel; mate; pijlhoogte; vlak; vlakheid
norma	laag; niveau; peil; plan; stand	commandovlag; maatstaf; norm; orde; regel; regeling; reglement; toetssteen; voorschrift; wet
piso	laag; niveau; peil; plan; stand	appartement; etage; etagewoning; flat; verdieping; woonlaag
prestigio	aanzien; achting; niveau	aanzien; achtbaarheid; prestige; status
propósito	laag; niveau; peil; plan; stand	deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; geneigdheid; gerichtheid; neiging; oogmerk; opzet; oriëntatie; plan; tendens; toeleg; trend; voornaamheid; voornemen; welgemanierdheid
rango	graad; niveau; peil	bereik; gelid; graad; hiërarchie; militaire rang; rang; rangorde; volgorde
reputación	aanzien; achting; niveau	aanzien; achtbaarheid; befaamdheid; bekendheid; beroemdheid; faam; naam; prestige; reputatie; roem; roep; status
respeto	aanzien; achting; niveau	achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; huldeblijk; inachtneming; ontzag; ontzien; respect; waardering
Not Specified	Related Translations	Other Translations
categoría		categorie
nivel	dimensieniveau; niveau	laag
nivel de dimensión	dimensieniveau; niveau
Modifier	Related Translations	Other Translations
llano		alledaags; diep; eenvoudig; gewoon; laag; laag liggend; licht; lichtwegend; natuurlijk; niets bijzonders; ongekunsteld; ordinair

Related Words for "niveau":

niveaus, niveautje

Synonyms for "niveau":

peil
peil

Related Definitions for "niveau":

hoogte van vloeistof¹
- het niveau van het water in de rivier stijgt¹
kwaliteit of waarde¹
- het niveau van de toneelspelers daalt¹

Wiktionary Translations for niveau:

niveau

noun

de rang in een hiërarchie, stadium van ontwikkeling, enzovoort
- niveau → nivel

Cross Translation:

From	To	Via
• niveau	→ nivel	↔ level — distance relative to a given reference elevation
• niveau	→ nivel	↔ level — one of several discrete segments of a game (gaming)
• niveau	→ llanura; planicie	↔ Ebene — Geographie: lang ausgestreckte, flache, hügelfreie Landschaft unabhängig von ihrer Höhe über dem Meer
• niveau	→ planta; piso	↔ Ebene — Bauwesen: Geschoss, Etage in einem Gebäude
• niveau	→ mediocre; sin nivel	↔ niveaulos — kein Niveau habend; keine geistige Höhe aufweisend

Related Translations for niveau

op hetzelfde niveau blijven

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Dutch and Spanish Search Results for: niveau

Detailed Translations for niveau from Dutch to Spanish

niveau:

niveau [het ~] nomen

het niveau (plan; laag; peil; stand)

het niveau (peil; graad)

het niveau (aanzien; achting)

het niveau (dimensieniveau)

Translation Matrix for niveau:

Related Words for "niveau":

Synonyms for "niveau":

Related Definitions for "niveau":

Wiktionary Translations for niveau:

Related Translations for niveau