Dutch
Detailed Translations for bakkeleien from Dutch to Spanish
bakkeleien:
-
bakkeleien (knokken; vechten; duelleren; kampen; matten)
combatir; luchar; pelearse; pelear; dar puñetazos; reñir; batirse; luchar contra; combatir en desafío; impugnar; andar a la greña; hacer un duelo; batirse en duelo-
combatir verb
-
luchar verb
-
pelearse verb
-
pelear verb
-
dar puñetazos verb
-
reñir verb
-
batirse verb
-
luchar contra verb
-
combatir en desafío verb
-
impugnar verb
-
andar a la greña verb
-
hacer un duelo verb
-
batirse en duelo verb
-
-
bakkeleien (bekvechten; ruzieën; twisten; hakketakken)
discutir; pelearse de palabra; pelotear; reñir-
discutir verb
-
pelearse de palabra verb
-
pelotear verb
-
reñir verb
-
Conjugations for bakkeleien:
o.t.t.
- bakkelei
- bakkeleit
- bakkeleit
- bakkeleien
- bakkeleien
- bakkeleien
o.v.t.
- bakkeleide
- bakkeleide
- bakkeleide
- bakkeleiden
- bakkeleiden
- bakkeleiden
v.t.t.
- heb gebakkeleid
- hebt gebakkeleid
- heeft gebakkeleid
- hebben gebakkeleid
- hebben gebakkeleid
- hebben gebakkeleid
v.v.t.
- had gebakkeleid
- had gebakkeleid
- had gebakkeleid
- hadden gebakkeleid
- hadden gebakkeleid
- hadden gebakkeleid
o.t.t.t.
- zal bakkeleien
- zult bakkeleien
- zal bakkeleien
- zullen bakkeleien
- zullen bakkeleien
- zullen bakkeleien
o.v.t.t.
- zou bakkeleien
- zou bakkeleien
- zou bakkeleien
- zouden bakkeleien
- zouden bakkeleien
- zouden bakkeleien
diversen
- bakkelei!
- bakkeleit!
- gebakkeleid
- bakkeleiende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bakkeleien:
Wiktionary Translations for bakkeleien:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bakkeleien | → pelear; discutir; debatir | ↔ streiten — (sich mit jemandem über etwas streiten) wütend eine Auseinandersetzung haben |
• bakkeleien | → pelearse | ↔ streiten — (sich mit jemandem um etwas streiten) einen aggressiven Kampf führen, um etwas zu erlangen |