Noun | Related Translations | Other Translations |
corte
|
doorsnee
|
binnenplaats; boterham; coiffure; coupe; coupure; cour; gesnij; gevolg; grendel; haarsnit; hof; hofhouding; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; knip; knipje; ondereinde; onderkant; ontering; pasvorm; plak brood; salarisvermindering; schuif; sluitinrichting voor deur of raam; snede; snee; sneetje; snijvlak; snijwond; snit; uitsnede; uitsnijding; verlaging; vierhoek
|
medio
|
|
binnenste; heup; medium; middelste
|
mediocridad
|
doorsnee; middelmaat; middelmatigheid
|
|
modal
|
|
figuur; gedaante; gestalte; moedervorm; postuur; vorm
|
regular
|
|
afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen
|
regularidad
|
doorsnee; middelmaat; middelmatigheid
|
geleidelijkheid; gelijkheid; gelijkmatigheid; gelijkmoedigheid; kalmte; onverstoorbaarheid; orde; regelmaat; regelmatigheid
|
término medio
|
doorsnee; gemiddelde
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
regular
|
|
afdoen; afhandelen; afstellen; afstemmen; beslechten; bijstellen; regelen; reguleren; twist uit de weg ruimen; zich voegen
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
en promedio
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
in doorsnee
|
mediano
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
matig; middelbaar; middelgroot; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
|
medio
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
gemiddeld; half; meest voorkomend; modaal
|
mediocre
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
alledaagse; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; matig; middelmatig; middelmatige; min; niet al te best; onbeduidend; schraal; schriel; zwak; zwakjes
|
modal
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
|
promedio
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
|
regular
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
dikwijls; fatsoenlijk; frequent; geregeld; goed geordend; matig; meermaals; menigmaal; met regelmaat; met vast ritme; methodisch; middelmatig; min; netjes; niet al te best; onbeduidend; op vaste tijden; ordentelijk; planmatig; regelmatig; regulier; stelselmatig; systematisch; vaak; veelvuldig; welgeordend; zwak; zwakjes
|