Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. smaken:
  2. smak:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for smaken from Dutch to Spanish

smaken:

smaken verb (smaak, smaakt, smaakte, smaakten, gesmaakt)

  1. smaken (proeven)
    probar; gustar

Conjugations for smaken:

o.t.t.
  1. smaak
  2. smaakt
  3. smaakt
  4. smaken
  5. smaken
  6. smaken
o.v.t.
  1. smaakte
  2. smaakte
  3. smaakte
  4. smaakten
  5. smaakten
  6. smaakten
v.t.t.
  1. heb gesmaakt
  2. hebt gesmaakt
  3. heeft gesmaakt
  4. hebben gesmaakt
  5. hebben gesmaakt
  6. hebben gesmaakt
v.v.t.
  1. had gesmaakt
  2. had gesmaakt
  3. had gesmaakt
  4. hadden gesmaakt
  5. hadden gesmaakt
  6. hadden gesmaakt
o.t.t.t.
  1. zal smaken
  2. zult smaken
  3. zal smaken
  4. zullen smaken
  5. zullen smaken
  6. zullen smaken
o.v.t.t.
  1. zou smaken
  2. zou smaken
  3. zou smaken
  4. zouden smaken
  5. zouden smaken
  6. zouden smaken
en verder
  1. ben gesmaakt
  2. bent gesmaakt
  3. is gesmaakt
  4. zijn gesmaakt
  5. zijn gesmaakt
  6. zijn gesmaakt
diversen
  1. smaak!
  2. smaakt!
  3. gesmaakt
  4. smakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for smaken:

NounRelated TranslationsOther Translations
probar aan proberen; keurend bekijken; monsteren; passen; proefdraaien
VerbRelated TranslationsOther Translations
gustar proeven; smaken aanstaan; amuseren; behagen; bekoren; believen; bevallen; conveniëren; gelieven; genieten; genot hebben van; goeddunken; houden van; lekker vinden; lusten; plezieren; prettig vinden; voorproeven
probar proeven; smaken beproeven; keuren; onderzoeken; op de proef stellen; proberen; proeven; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; waarmaken

Related Words for "smaken":


Wiktionary Translations for smaken:


Cross Translation:
FromToVia
smaken probar; degustar gouter — Exercer le sens du gout sur ce qui a de la saveur.
smaken probar; degustar goûterexercer le sens du goût sur ce qui a de la saveur.

smak:

smak [de ~ (m)] nomen

  1. de smak (dreun; klap; knal; kwak)
    el golpe; el choque

Translation Matrix for smak:

NounRelated TranslationsOther Translations
choque dreun; klap; knal; kwak; smak aanrijding; aanvaring; bons; botsing; collisie; doorstoot; geschok; geschud; gestoot; hort; opeen knallen; pof; schok; schokkende beweging; shock; stoot
golpe dreun; klap; knal; kwak; smak bonk; bonkend geluid; bons; dreun; gevaarte; harde slag; hengst; hoek; hoekstoot; hort; jens; joekel; kanjer; klap; klapje; klets; kletspraat; klont; klonter; klop; knaap; knak; knal; knik; knoert; kokker; kokkerd; lel; loei; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; pof; quatsch; schar; schok; schokkende beweging; slag; stoot; strijd; tik; toegebrachte klap; veldslag
OtherRelated TranslationsOther Translations
choque botsing

Related Words for "smak":


External Machine Translations:

Related Translations for smaken