Summary
Dutch
Detailed Translations for spint from Dutch to Spanish
spint:
-
het spint
Translation Matrix for spint:
Noun | Related Translations | Other Translations |
albura | spint | |
red | spint | net; netwerk; televisiekanaal |
tejido | spint | geweven stof; goed; kledingmateriaal; spinnenweb; web; weefsel; weefsel anatomie |
tela | spint | beddenlaken; doek; goed; kledingmateriaal; laken; lakens; lap; linnen; stuk stof; textiel; textielwaren; weefsel; weefsel anatomie |
telaraña | spint | net; rag; spinnenweb; spinrag; spinsel; televisiekanaal; web |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
tejido | gebreid; geweven |
Related Words for "spint":
spinnen:
-
spinnen
Conjugations for spinnen:
o.t.t.
- spin
- spint
- spint
- spinnen
- spinnen
- spinnen
o.v.t.
- spinde
- spinde
- spinde
- spinden
- spinden
- spinden
v.t.t.
- heb gespint
- hebt gespint
- heeft gespint
- hebben gespint
- hebben gespint
- hebben gespint
v.v.t.
- had gespint
- had gespint
- had gespint
- hadden gespint
- hadden gespint
- hadden gespint
o.t.t.t.
- zal spinnen
- zult spinnen
- zal spinnen
- zullen spinnen
- zullen spinnen
- zullen spinnen
o.v.t.t.
- zou spinnen
- zou spinnen
- zou spinnen
- zouden spinnen
- zouden spinnen
- zouden spinnen
en verder
- ben gespint
- bent gespint
- is gespint
- zijn gespint
- zijn gespint
- zijn gespint
diversen
- spin!
- spint!
- gespint
- spinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for spinnen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hilar | spinnen | |
ronronear | spinnen |
Related Words for "spinnen":
Wiktionary Translations for spinnen:
spinnen
Cross Translation:
verb
-
een lange draad vervaardigen door enkele vezels in elkaar te vervlechten
- spinnen → hilar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spinnen | → ronronear | ↔ purr — cat to make a vibrating sound in its throat |
• spinnen | → ronroneo | ↔ purr — vibrating sound made by a cat when contented |
• spinnen | → hilar | ↔ spin — to make yarn |
• spinnen | → devanear; hilar | ↔ spinnen — einen Faden herstellen, Erstellung von Garn aus einzelnen Fasern |
• spinnen | → ronronear; zumbar; canturrear | ↔ ronronner — faire entendre les ronrons, émettre un ronflement sourd et continu, en parlant d'un chat ou d'un félin, qui exprime en général son contentement. |