Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. toeslag:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toeslag from Dutch to Spanish

toeslag:

toeslag [de ~ (m)] nomen

  1. de toeslag (bonus; tantième; premie; extraatje)
    el suplemento; la bonificación; el premio; el subsidio; la prima; la gratificación; el plus; la paga extraordinaria; el dividendo
  2. de toeslag
    la sobretasa
  3. de toeslag
    el gasto

Translation Matrix for toeslag:

NounRelated TranslationsOther Translations
bonificación bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag tantième; winstaandeel; winstdeling; winstuitkering
dividendo bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag dividend; tantième; winstaandeel; winstdeling; winstuitkering
gasto toeslag besteding; gelduitgave; onkosten; uitgaaf; uitgave; uitgaven
gratificación bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag gratificatie; premie; tantième; verzekeringspremie; winstaandeel; winstdeel; winstdeling; winstuitkering
paga extraordinaria bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag
plus bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag
premio bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag bekroning; beloning; extra beloning; hoofdprijs; jackpot; loon; premie; tantième; vergoeding; verzekeringspremie; vindersloon; winstaandeel; winstdeel; winstdeling; winstuitkering
prima bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag bijbetaling; compensatie; extra beloning; premie; tegemoetkoming; verzekeringspremie
sobretasa toeslag opcenten
subsidio bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; sociale bijstand; steun; uitkering; werkeloosheidsuitkering
suplemento bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijbetaling; bijvoegsel; completering; supplement; suppletie; toevoeging; toevoegsel; voltooiing

Related Words for "toeslag":


Wiktionary Translations for toeslag:

toeslag
noun
  1. een bonus vanwege een specifieke situatie

Cross Translation:
FromToVia
toeslag apéndice appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.