Summary


Dutch

Detailed Translations for doorhalen from Dutch to Spanish

doorhalen:

doorhalen verb (haal door, haalt door, haalde door, haalden door, doorgehaald)

  1. doorhalen (schrappen)
  2. doorhalen
  3. doorhalen
    pasar

Conjugations for doorhalen:

o.t.t.
  1. haal door
  2. haalt door
  3. haalt door
  4. halen door
  5. halen door
  6. halen door
o.v.t.
  1. haalde door
  2. haalde door
  3. haalde door
  4. haalden door
  5. haalden door
  6. haalden door
v.t.t.
  1. heb doorgehaald
  2. hebt doorgehaald
  3. heeft doorgehaald
  4. hebben doorgehaald
  5. hebben doorgehaald
  6. hebben doorgehaald
v.v.t.
  1. had doorgehaald
  2. had doorgehaald
  3. had doorgehaald
  4. hadden doorgehaald
  5. hadden doorgehaald
  6. hadden doorgehaald
o.t.t.t.
  1. zal doorhalen
  2. zult doorhalen
  3. zal doorhalen
  4. zullen doorhalen
  5. zullen doorhalen
  6. zullen doorhalen
o.v.t.t.
  1. zou doorhalen
  2. zou doorhalen
  3. zou doorhalen
  4. zouden doorhalen
  5. zouden doorhalen
  6. zouden doorhalen
en verder
  1. is doorgehaald
  2. zijn doorgehaald
diversen
  1. haal door!
  2. haalt door!
  3. doorgehaald
  4. foorhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorhalen:

NounRelated TranslationsOther Translations
anular herroepen; intrekken; opheffen; terugnemen
eliminar doden; van kant maken; wegruimen
VerbRelated TranslationsOther Translations
anular doorhalen; schrappen afbestellen; afblazen; afbreken; afgelasten; afspraak afzeggen; afwijzen; afzeggen; annuleren; delgen; herroepen; intrekken; nietig verklaren; nullificeren; ondervangen; ongeldig maken; opheffen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; terugdraaien; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; terugschroeven; verijdelen; vernietigen; weigeren
cancelar doorhalen; schrappen afbestellen; afblazen; afgelasten; afzeggen; annuleren; delgen; intrekken; nietig verklaren; nullificeren; ondervangen; opheffen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; terugdraaien; verijdelen; vernietigen
eliminar doorhalen; schrappen aanrekenen; aanwrijven; afmaken; afschrijven; berispen; beschuldigen; blameren; diskwalificeren; gispen; koudmaken; laken; liquideren; nadragen; royeren; te niet doen; uit de weg ruimen; uitroeien; uitsluiten; verwijderen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
pasar doorhalen aankomen; achteruitgaan; aflopen; afsluiten; bezoeken; bezwijken; dichtdoen; doodgaan; doorgeven; doorkomen; doorspelen; doorvertellen; erdoor komen; gebeuren; geld overmaken; geschieden; iemand opzoeken; inhalen; instorten; kapotgaan; langsgaan; langskomen; omkomen; op visite gaan; oprijzen; overboeken; overgaan; overheen gaan; overheen trekken; overkomen; overlijden; overschrijden; overschrijven; overzenden; passeren; plaats hebben; plaats vinden; plaatsvinden; rijzen; rondbrieven; rondvertellen; sluiten; snel bewegen; sterven; tenondergaan; teruggaan; toedoen; toegaan; toemaken; vergaan; verlopen; verrotten; verstrijken; verteren; vervallen; voorbijgaan; voorbijkomen; voorbijlopen; voorbijrijden; voordoen; voorvallen; wegrotten; zinken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
tachado doorhalen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
anular circulaire; ringvormig

Wiktionary Translations for doorhalen:


Cross Translation:
FromToVia
doorhalen privar el paso; interceptar; obstruir barrerfermer avec une barre par-derrière.
doorhalen tachar biffereffacer ce qui écrire.
doorhalen anular; contramandar; liquidar; eliminar; exterminar supprimer — Traductions à trier suivant le sens