Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. infantiel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for infantiel from Dutch to Spanish

infantiel:


Translation Matrix for infantiel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bobo achterlijke; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; gek; goedzak; goeierd; hansworst; idioot; joris goedbloed; kalfskop; kuiken; kwast; kwibus; leeghoofdje; nar; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; risee; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uil; uilskuiken; zot
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bobo infantiel; kinderachtig; kinderlijk achterlijk; afgestompt; afstompend; als een kind; breinloos; dom; dwaas; eentonig; geestdodend; geesteloos; gek; geschift; gestoord; hersenloos; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; leeghoofdig; lullig; maf; mesjogge; naief; niet goed snik; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; saai; schaapachtig; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; zot
como un niño infantiel; kinderachtig; kinderlijk als een kind; naief; onnozel
infantil infantiel; kinderachtig; kinderlijk als een kind; kinds; naief; onnozel
pueril infantiel; kinderachtig; kinderlijk; overdreven kinderachtig onvolwaardig

Related Words for "infantiel":

  • infantiele

Wiktionary Translations for infantiel:

infantiel
adjective
  1. zoals een kind iets zou doen

Cross Translation:
FromToVia
infantiel para; niños childish — suitable for a child
infantiel infantil childish — behaving immaturely