Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. opmeten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opmeten from Dutch to Spanish

opmeten:

opmeten verb (meet op, mat op, maten op, opgemeten)

  1. opmeten (diepte bepalen; meten; peilen)

Conjugations for opmeten:

o.t.t.
  1. meet op
  2. meet op
  3. meet op
  4. meten op
  5. meten op
  6. meten op
o.v.t.
  1. mat op
  2. mat op
  3. mat op
  4. maten op
  5. maten op
  6. maten op
v.t.t.
  1. heb opgemeten
  2. hebt opgemeten
  3. heeft opgemeten
  4. hebben opgemeten
  5. hebben opgemeten
  6. hebben opgemeten
v.v.t.
  1. had opgemeten
  2. had opgemeten
  3. had opgemeten
  4. hadden opgemeten
  5. hadden opgemeten
  6. hadden opgemeten
o.t.t.t.
  1. zal opmeten
  2. zult opmeten
  3. zal opmeten
  4. zullen opmeten
  5. zullen opmeten
  6. zullen opmeten
o.v.t.t.
  1. zou opmeten
  2. zou opmeten
  3. zou opmeten
  4. zouden opmeten
  5. zouden opmeten
  6. zouden opmeten
en verder
  1. ben opgemeten
  2. bent opgemeten
  3. is opgemeten
  4. zijn opgemeten
  5. zijn opgemeten
  6. zijn opgemeten
diversen
  1. meet op!
  2. meet op!
  3. opgemeten
  4. opmetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opmeten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
calibrar diepte bepalen; meten; opmeten; peilen kalibreren
comprobar diepte bepalen; meten; opmeten; peilen aantonen; afwegen; bepalen; beproeven; bewijzen; checken; constateren; controleren; determineren; doorvorsen; examineren; inschatten; kalibreren; keuren; nagaan; nakijken; narekenen; naspeuren; nasporen; natellen; natrekken; onderzoeken; overhoren; schatten; staven; testen; toetsen; vaststellen; verifieren; verifiëren; zekerstellen
escandallar diepte bepalen; meten; opmeten; peilen
medir diepte bepalen; meten; opmeten; peilen afpassen; afwegen; met zorg wegen
sondear diepte bepalen; meten; opmeten; peilen polsen
sondrar diepte bepalen; meten; opmeten; peilen

Wiktionary Translations for opmeten:


Cross Translation:
FromToVia
opmeten medir; tomar la medida mesurer — Chercher à connaître, ou déterminer une quantité par le moyen d’une mesure.