Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. plicht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for plicht from Dutch to Spanish

plicht:

plicht [de ~] nomen

  1. de plicht
    el deber; la obligación

Translation Matrix for plicht:

NounRelated TranslationsOther Translations
deber plicht moeten
obligación plicht belofte; forceren; gelofte; obligatie; opdringen; schuldbrief; toezegging; verbintenis; verplichting
- taak
VerbRelated TranslationsOther Translations
deber dienen; lenen; moeten; ontlenen; schuldig zijn; verplicht zijn; zullen

Related Words for "plicht":


Synonyms for "plicht":


Antonyms for "plicht":


Related Definitions for "plicht":

  1. wat je volgens jezelf en anderen moet doen1
    • het is mijn plicht je te waarschuwen1

Wiktionary Translations for plicht:

plicht
noun
  1. een taak die men op zich genomen heeft of opgelegd heeft gekregen

Cross Translation:
FromToVia
plicht deber; obligación duty — that which one is morally or legally obligated to do
plicht obligación onus — legal obligation
plicht exigencia; requisito requirement — necessity
plicht deber; obligación devoir — Ce à quoi on est obliger par la raison, par la morale, par la loi, par sa condition, par la bienséance, etc.

Related Translations for plicht