Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. prutswerk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for prutswerk from Dutch to Spanish

prutswerk:

prutswerk [het ~] nomen

  1. het prutswerk (broddelwerk; kladwerk; knutselwerk; knoeiwerk)
    el bricolaje; la porquería; el desastre; el chanchullos; el embadurnamiento; la obra mal hecha

Translation Matrix for prutswerk:

NounRelated TranslationsOther Translations
bricolaje broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk doe-het-zelf-werk; geknutsel; klussen; knutselarij; knutselen; knutselwerk
chanchullos broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk dingen; geflikflooi; geklodder; geknoei; gemodder; gerotzooi; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken
desastre broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk catastrofe; debacle; ellende; farce; gebrek; gelazer; gemekker; gevaar; gezanik; gezeur; handicap; ineenstorting; ineenzakking; instorting; kommer; kwel; lichaamsgebrek; malheur; misère; moeilijkheden; narigheid; nood; noodtoestand; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onspoed; pech; ramp; rampspoed; schertsvertoning; tegenslag; tegenspoed; terugslag; trammelant
embadurnamiento broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk geklodder
obra mal hecha broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
porquería broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk bende; drab; flut; geklodder; goorheid; groezeligheid; kliederboel; knoeierij; morsigheid; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; slonzigheid; smeerboel; smeerlapperij; smerigheid; soepzootje; troep; verwaarloosde boel; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zooi; zootje; zwijnenboel; zwijnerij
ModifierRelated TranslationsOther Translations
desastre knudde

Wiktionary Translations for prutswerk:


Cross Translation:
FromToVia
prutswerk chapucería; mamarrachada Murksumgangssprachlich: Arbeit mit schlechtem, fehlerhaftem oder unordentlichem Ergebnis