Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. uitputting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitputting from Dutch to Spanish

uitputting:

uitputting [de ~ (v)] nomen

  1. de uitputting (afmatting; vermoeidheid; moeheid)
    el cansancio; el agotamiento; la fatiga

Translation Matrix for uitputting:

NounRelated TranslationsOther Translations
agotamiento afmatting; moeheid; uitputting; vermoeidheid oververmoeidheid; uitputtendheid; volledigheid
cansancio afmatting; moeheid; uitputting; vermoeidheid uitputtendheid; volledigheid
fatiga afmatting; moeheid; uitputting; vermoeidheid krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; uitputtendheid; volledigheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte

Wiktionary Translations for uitputting:

uitputting
noun
  1. de toestand waarin iets of iemand aan het eind van zijn of haar krachten is

Cross Translation:
FromToVia
uitputting cansado weary — feeling of being mentally fatigued

External Machine Translations: