Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: zaal

Dutch and Spanish Search Results for: zaal

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

zaal:
- cuarto; sala; salón
Wiktionary:
- zaal → gran sala, local, sala, salón
- zaal → salón, cuarto, habitación, pieza, sala, recámara, pantalla, explanada, silla

Dutch

Detailed Translations for zaal from Dutch to Spanish

zaal:

zaal [de ~] nomen

de zaal (grote kamer)
el cuarto; la sala; el salón
- cuarto [el ~] nomen
- sala [la ~] nomen
- salón [el ~] nomen

Translation Matrix for zaal:

Noun	Related Translations	Other Translations
cuarto	grote kamer; zaal	kamer; kwarto; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken; vierendeel
sala	grote kamer; zaal	aparte vergaderruimte; bar; café; café-hotel; herberg; knijp; kroeg; lokaliteit; ruimte; tapperij; taveerne; veranda
salón	grote kamer; zaal	dagverblijf; hal; hotelsuite; ontvangkamer; ontvangstruimte; pronkkamer; receptiekamer; salon; suite
Other	Related Translations	Other Translations
cuarto		vierde

Related Words for "zaal":

zaaltje, zaaltjes

Related Definitions for "zaal":

grote ruimte in een gebouw¹
- in een van de zalen werd gedanst¹

Wiktionary Translations for zaal:

zaal

noun

een grote ruimte
- zaal → gran sala; local; sala; salón

Cross Translation:

From	To	Via
• zaal	→ salón	↔ hall — meeting room
• zaal	→ cuarto; habitación; pieza; sala; recámara	↔ room — division in a building
• zaal	→ pantalla	↔ screen — the viewing area of a movie
• zaal	→ explanada	↔ hall — Grande salle.
• zaal	→ silla	↔ selle — Siège que l’on place sur le dos du cheval

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek