Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- aankaarten:
-
Wiktionary:
- aankaarten → plantear
- aankaarten → aludir, referirse, dirigir la palabra, reaccionar, dirigirse, comenzar, salir al paso
Dutch
Detailed Translations for aankaarten from Dutch to Spanish
aankaarten:
-
aankaarten (ter sprake brengen; aansnijden; op tafel leggen)
-
aankaarten (te berde brengen; ter sprake brengen; aanvoeren; entameren; aansnijden; opwerpen; op tafel leggen; opperen)
-
aankaarten (gesprek aanknopen; ter sprake brengen; aansnijden; starten; entameren; openen; opwerpen; te berde brengen; aanknopen)
Conjugations for aankaarten:
o.t.t.
- kaart aan
- kaart aan
- kaart aan
- kaarten aan
- kaarten aan
- kaarten aan
o.v.t.
- kaartte aan
- kaartte aan
- kaartte aan
- kaartten aan
- kaartten aan
- kaartten aan
v.t.t.
- heb aangekaart
- hebt aangekaart
- heeft aangekaart
- hebben aangekaart
- hebben aangekaart
- hebben aangekaart
v.v.t.
- had aangekaart
- had aangekaart
- had aangekaart
- hadden aangekaart
- hadden aangekaart
- hadden aangekaart
o.t.t.t.
- zal aankaarten
- zult aankaarten
- zal aankaarten
- zullen aankaarten
- zullen aankaarten
- zullen aankaarten
o.v.t.t.
- zou aankaarten
- zou aankaarten
- zou aankaarten
- zouden aankaarten
- zouden aankaarten
- zouden aankaarten
diversen
- kaart aan!
- kaart aan!
- aangekaart
- aankaartende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aankaarten:
Wiktionary Translations for aankaarten:
aankaarten
Cross Translation:
verb
-
tot onderwerp van discussie maken
- aankaarten → plantear
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aankaarten | → aludir; referirse | ↔ anspielen — (verdeckt) auf etwas hinweisen; etwas (indirekt) andeuten |
• aankaarten | → dirigir la palabra; reaccionar; dirigirse | ↔ ansprechen — etwas ansprechen: etwas zur Sprache bringen / zum Thema des Gespräches machen |
• aankaarten | → comenzar; salir al paso | ↔ aborder — intransitif|fr marine|fr arriver au bord, prendre terre. |
External Machine Translations: