Dutch
Detailed Translations for binnenkrijgen from Dutch to Spanish
binnenkrijgen:
-
binnenkrijgen (opslokken; zwelgen)
tomar; comer; jalar; engullir; tragar; devorar; ingerir; comerse; jamar; tragarse; atiborrarse; atracarse; llenarse de comida; tomar combustible; comer con glotonería-
tomar verb
-
comer verb
-
jalar verb
-
engullir verb
-
tragar verb
-
devorar verb
-
ingerir verb
-
comerse verb
-
jamar verb
-
tragarse verb
-
atiborrarse verb
-
atracarse verb
-
llenarse de comida verb
-
tomar combustible verb
-
comer con glotonería verb
-
Conjugations for binnenkrijgen:
o.t.t.
- krijg binnen
- krijgt binnen
- krijgt binnen
- krijgen binnen
- krijgen binnen
- krijgen binnen
o.v.t.
- kreeg binnen
- kreeg binnen
- kreeg binnen
- kregen binnen
- kregen binnen
- kregen binnen
v.t.t.
- heb binnengekregen
- hebt binnengekregen
- heeft binnengekregen
- hebben binnengekregen
- hebben binnengekregen
- hebben binnengekregen
v.v.t.
- had binnengekregen
- had binnengekregen
- had binnengekregen
- hadden binnengekregen
- hadden binnengekregen
- hadden binnengekregen
o.t.t.t.
- zal binnenkrijgen
- zult binnenkrijgen
- zal binnenkrijgen
- zullen binnenkrijgen
- zullen binnenkrijgen
- zullen binnenkrijgen
o.v.t.t.
- zou binnenkrijgen
- zou binnenkrijgen
- zou binnenkrijgen
- zouden binnenkrijgen
- zouden binnenkrijgen
- zouden binnenkrijgen
diversen
- krijg binnen!
- krijgt binnen!
- binnengekregen
- binnenkrijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for binnenkrijgen:
Wiktionary Translations for binnenkrijgen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• binnenkrijgen | → recuperar; recobrar | ↔ recouvrer — retrouver, rentrer en possession ; acquérir de nouveau une chose qu’on perdre. |