Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: afzender

Dutch and Spanish Search Results for: afzender

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

afzender:
- remitente; expedidor; fletador
Wiktionary:
- afzender → remitente
- afzender → remitente, expedidor

Dutch

Detailed Translations for afzender from Dutch to Spanish

afzender:

afzender [de ~ (m)] nomen

de afzender (zender; verzender)
el remitente
- remitente [el ~] nomen
de afzender (verzender; zender; zendster)
el remitente; el expedidor; el fletador
- remitente [el ~] nomen
- expedidor [el ~] nomen
- fletador [el ~] nomen

Translation Matrix for afzender:

Noun	Related Translations	Other Translations
expedidor	afzender; verzender; zender; zendster	expediteur; transporteur; transportondernemer; verscheper; vervoerder; voerman; vrachtondernemer; vrachtrijder; vrachtvervoerder; vrachtwagenchauffeur
fletador	afzender; verzender; zender; zendster	verscheper
remitente	afzender; verzender; zender; zendster	afzendster; inzendster; verzendster
Not Specified	Related Translations	Other Translations
remitente	afzender

Wiktionary Translations for afzender:

afzender

noun

iemand die iets naar een adres verzendt
- afzender → remitente

Cross Translation:

From	To	Via
• afzender	→ remitente	↔ envoyeur — Celui, celle qui envoyer.
• afzender	→ expedidor; remitente	↔ expéditeur — Celui, celle qui envoyer un objet, un message, par la poste, par messagerie, par camion, par chemin de fer, par bateau, par avion ou par tout autre moyen.

External Machine Translations: